Zal het besluit van het Europees Parlement om de verkoop van benzine- en dieselauto's vanaf 2035 te verbieden ook een impuls geven aan de ontwikkeling van waterstofauto's, naast 100% elektrische voertuigen?

Laurent Rossi: Dat is wat wij bij Alpine de neiging hebben om te geloven, ja. Binnen de Renault-groep werken we hard aan waterstof als parallelle technologie naast de elektrische. Er zijn twee takken en wij kiezen geen kant. Ze kunnen parallel naast elkaar bestaan en totaal verschillende doelen dienen. Wij denken dus dat dit een stap in de goede richting zou kunnen zijn, ook al zijn er industriële beperkingen in verband met de SEVESO-richtlijn. Het is niet gemakkelijk. Maar toen vijftien jaar geleden iemand met een LPG-voertuig op straat reed, zei iedereen: "Dat wordt een ontploffing in ons gezicht! Vandaag de dag vind je ze in grote getale terug. Over tien jaar zullen we waarschijnlijk een beter inzicht krijgen in de hele technologie en de waardeketen. En misschien zal waterstof een levensvatbaar alternatief zijn voor atypische toepassingen, ook al gaat het om een zeer klein deel van het wagenpark. Bijvoorbeeld voor zeer zware lasten, voor gebruik door klanten en voor wedstrijdgebruik. We zijn dit aan het onderzoeken.

Dit besluit zou ook synthetische brandstoffen op de helling kunnen zetten, althans in Europa. Is dit iets waar je je zorgen over maakt? Uw concurrent Porsche, in het bijzonder, is een groot voorstander van deze technologie...

Ik weet niet of dit een volledig definitief besluit is, het moet nog door de landen worden geratificeerd. Ik interpreteer het als een richting, een soort signaal van een verlangen om te evolueren naar wat duurzaam is. Er zijn nog tien jaar te gaan om te zien of dit de juiste weg is of niet, mede afhankelijk van het tempo van invoering en de moeilijkheidsgraad van de ontwikkeling van elektriciteit. Dus we hebben tijd om te zien wat er gebeurt. Maar goed, in termen van technologie is dit morgen. Dat is waar. Toch hebben we nog wat ruimte om te "experimenteren", wetende dat een technologie en een reeks voertuigen die deze ondersteunen worden ontwikkeld en tussen 7 en 10 jaar meegaan.

Wat kunt u ons vertellen over de plannen van Alpine voor de komende jaren op het gebied van productieauto's?

Dat we al een productportfolio hebben van drie modellen die in 2024, 2025 en 2026 uitkomen, en waarvan de ontwikkeling in volle gang is. De producten voor 2024 en 2025 doorlopen ontwikkelingsstadia binnen de Renault-groep. Dit zijn quasi fases zonder terugkeermogelijkheid: een goed teken! Het derde voertuig - niets minder dan de opvolger van de A110 - staat gepland voor 2026. We hebben dus iets meer tijd en we zullen zien hoe dit zal samenvallen met het aangekondigde einde van de levensduur van de huidige A110. De beperkingen die zullen worden opgelegd door de GSR2- en Euro 7-normen worden bijzonder lastig voor auto's met een verbrandingsmotor.

Zal de volgende A110 elektrisch zijn?

Ja, onze volgende drie voertuigen zullen allemaal elektrisch zijn. Er zal geen verbrandingsmotor komen - en ook geen hybride, omdat de omvang zich daar niet voor leent en dat zou geen zin hebben: we zouden uiteindelijk alleen de nadelen van de twee technologieën cumuleren en niet de voordelen! Omdat we bij Renault het chassis en de elektronica zo goed beheersen, denken we er serieus over na om ultrasportieve elektrische producten op de markt te brengen. De "prototypes" waarmee we vandaag al testrijden geven ons redenen om optimistisch te zijn! Wij zullen de uitdaging kunnen aangaan om nog steeds Alpines te produceren, d.w.z. voertuigen met een sportief DNA en een motorsportroeping. Daarna zullen we zien of de elektrische technologie zich voldoende ontwikkelt om de actieradius verder te vergroten. Zo niet, dan verschijnen er alternatieve technologieën in het vizier, altijd 100% duurzaam. We zijn bezig met een nieuwe start van ons merk. We krijgen het weer op de rails en het moet levensvatbaar zijn op de langere termijn.

Dus, in de pijplijn van Alpine zit er niks “thermisch” meer?

Ik zei dat de eerste drie elektrisch zullen zijn en dat we alternatieve oplossingen bestuderen. Laat ik het anders zeggen: er zullen geen verbrandingsmotoren meer zijn zoals we die nu kennen. Een waterstofverbrandingsmotor is een interne verbrandingsmotor: hij maakt lawaai, hij heeft verbranding. Daarmee bedoel ik ook dat de verbrandingsmotor verder kan leven los van louter fossiele brandstoffen. We zijn allemaal werknemers van de Renault-groep en we delen technologieën. We hebben een gemeenschappelijk project dat de motoringenieurs van Viry verbindt met de motoringenieurs van Renault. Zij ontwikkelen versies - concepten om precies te zijn - van waterstofverbrandingsmotoren, die geschikt zijn voor massaproductie of voor beperktere series, zoals de onze. Dus daar heb je het... je hebt het antwoord op je vraag! De overdracht van technologie - of het nu om elektriciteit of waterstof gaat - tussen de competitieafdeling en dat voor de ontwikkeling van straatauto's, vormt de kern van ons merkproject. We zien elkaar zeer regelmatig, er is permanent contact tussen de twee cellen. Vroeger zou er zelden een ingenieur van Viry zijn geweest die aan de ingenieur van het Technocentre zou zijn gaan uitleggen waarom titaniumkleppen zeer interessant zijn voor de Clio. Vandaag praten ze met elkaar om inzicht te krijgen in de chemie van de modules en cellen van een batterij, de koeling, de controle van hertestbetrouwbaarheid, de laadstatus... We vergaren veel kennis in de koers- en uithoudingsdisciplines, die zeer nuttig is voor het leveren van prestaties aan de kant van de klant, en vice versa. De miljoenen kilometers die onze klanten rijden, helpen ons ook enorm in de Formule 1. Als we vandaag problemen hebben met onze batterijen - zoals alle constructeurs die bij de F1 betrokken zijn - zitten we aan tafel met onze vrienden van het Technocentre en zijn we heel blij dat zij al tien jaar lang problemen met de Zoé moeten oplossen! Het is erg nuttig!

Interview door Alain Rousseau.